Deze weken een drieluik van één van mijn favoriete verhalenschrijvers: Toon Tellegen. Uiteraard over het maken van keuzes… en met veel dank! In dit derde en laatste deel een verhaal over het nijlpaard dat graag van betekenis wil zijn voor iemand anders.
Gaat dat lukken? En wat maakt dat hij dat wil? Of blijkt het anders te werken dan hij dacht?
Het nijlpaard wilde niets liever dan eindelijk eens iemand beter maken. Hij had nog nooit iemand beter gemaakt.
Maar tot zijn verdriet mankeerde niemand iets.
‘Mankeer jij echt niets, egel?’ vroeg hij.
‘Nee, ‘ zei de egel. ‘Niets.’
‘Is er ook niet iets met je stekels? Heb je niet één stekel die pijn doet? Of heb je niet ergens een zeurend gevoel, al is het maar een heel klein gevoel?’
‘Nee,’ zei de egel, terwijl hij al zijn stekels en gevoelens naging. ‘Ze zijn allemaal gezond.’
Het nijlpaard vroeg vervolgens aan de olifant of hij misschien geen slurfkoorts had.
‘Slurfverhoging is ook goed,’ zei hij erbij.
Maar de olifant zei dat zijn slurf het heel goed maakte.
De krekel had geen last van voelsprietontsteking, de karper had geen kou op zijn kieuwen, de reiger geen snavelkramp en de giraffe – voor zover hij wist – nooit aanvallen van bleke steeltjes.
‘Bleke steeltjes…’ zei hij. ‘Nee… Die heb ik nooit gehad. Ik heb helemaal nog nooit wat gemankeerd, volgens mij.’
De mug, die het nijlpaard aan het begin van de avond tegenkwam, leed niet aan gonszucht of een rood waas voor zijn ogen, de kameel, die op bezoek was bij de pad, niet aan branderige bulten, terwijl de mol nooit duistere vermoedens had waar hij graag van af wilde.
In de schemering ging het nijlpaard in de modder zitten, aan de oever van de rivier. Alles was grijs en somber om hem heen. Hij fronste zijn wenkbrauwen en dacht diep na.
Zou ik soms aan vergeefsheid lijden? dacht hij. Grijze vergeefsheid?
Wolken joegen door de lucht.
Maar wie zou mij dan beter kunnen maken? dacht hij. Hij stond op en keek om zich heen. Er was nergens iemand te bekennen. Niemand? dacht hij. Of zou ik mezelf soms beter moeten maken…?
Even aarzelde hij, toen holde hij in volle vaart de rivier in.
Het water klotste, spatte hoog op en sloeg in grote golven over de kant.
Lange tijd bleef het nijlpaard onder water.
De maan kwam tussen de wolken te voorschijn en de rivier begon te glinsteren.
In de verte zong de nachtegaal.
Toen het nijlpaard tenslotte weer bovenkwam zag hij de maan en de sterren, overal in de reusachtige lucht, en hij voelde zich niet grijs meer, en ook niet vergeefs.
Hij keek om zich heen en fluisterde: ‘Ik heb mijzelf beter gemaakt… ik heb mijzelf dus beter gemaakt…’
Alleen het riet kon hem horen. Maar dat was genoeg. (1)
(1) P. 425-426 Misschien wisten zij alles – 214 verhalen over de eekhoorn en de andere dieren Toon Tellegen, Querido 1998.
Wat vind jij ervan? Je reactie is van harte welkom!
Wil je dit bericht graag aan iemand doorsturen? Geen probleem, graag zelfs!
Wil je deze berichten voortaan per e-mail ontvangen? Dat kan! Mail naar info@luckylil.nl met als onderwerp “ik wil berichten ontvangen”.
Wil je keuzes maken die écht bij je passen? En wil je weten hoe ik je daarbij kan helpen? Neem dan contact met mij op (lilian@luckylil.nl of tel. 071-5142922).
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
heerlijk verhaal!
BeantwoordenVerwijderenDank!
Muriël
Fijn om te horen, dankjewel voor je reactie en graag gedaan! :-)
BeantwoordenVerwijderen